De of het doorvliegen?
Het doorvliegen
Is het de of het doorvliegen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het doorvliegen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: fly
Deutsch: fliegen | Bekijk of het der of die fliegen is.
Français: la mouche | Bekijk of het Le o La la mouche is.
Jou of jouw: jouw doorvliegen
Buigings-e:
Mooi of mooie doorvliegen
Groot of grote doorvliegen
Half of halve doorvliegen
Grappig of grappige doorvliegen
Leeg of lege doorvliegen
leuk of leuke doorvliegen
Vet of vette doorvliegen
Snel of snelle doorvliegen
Wit of witte doorvliegen
Klein of kleine doorvliegen
Rood of rode doorvliegen
Dik of dikke doorvliegen
Oud of oude doorvliegen
Goed of goede doorvliegen
Wat rijmt er op doorvliegen
Elk of elke: Elk doorvliegen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat doorvliegen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons doorvliegen
Wat rijmt er op doorvliegen
Buigings-e:
Mooi of mooie doorvliegen
Groot of grote doorvliegen
Half of halve doorvliegen
Grappig of grappige doorvliegen
Leeg of lege doorvliegen
leuk of leuke doorvliegen
Vet of vette doorvliegen
Snel of snelle doorvliegen
Wit of witte doorvliegen
Klein of kleine doorvliegen
Rood of rode doorvliegen
Dik of dikke doorvliegen
Oud of oude doorvliegen
Goed of goede doorvliegen
Wat rijmt er op doorvliegen
Elk of elke: Elk doorvliegen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat doorvliegen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons doorvliegen
Wat rijmt er op doorvliegen
Oefening van de dag