De of het droogteperiode?
De droogteperiode
Is het de of het droogteperiode
In de Nederlandse taal gebruiken wij de droogteperiode.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: drought
Deutsch: Trockenheit | Bekijk of het der of die Trockenheit is.
Français: la sécheresse | Bekijk of het Le o La la sécheresse is.
Jou of jouw: jouw droogteperiode
Buigings-e:
Mooi of mooie droogteperiode
Groot of grote droogteperiode
Half of halve droogteperiode
Grappig of grappige droogteperiode
Leeg of lege droogteperiode
leuk of leuke droogteperiode
Vet of vette droogteperiode
Snel of snelle droogteperiode
Wit of witte droogteperiode
Klein of kleine droogteperiode
Rood of rode droogteperiode
Dik of dikke droogteperiode
Oud of oude droogteperiode
Goed of goede droogteperiode
Wat rijmt er op droogteperiode
Elk of elke: Elke droogteperiode
Aanwijzend voornaamwoord: Die droogteperiode
Bezittelijk voornaamwoord: Onze droogteperiode
Wat rijmt er op droogteperiode
Buigings-e:
Mooi of mooie droogteperiode
Groot of grote droogteperiode
Half of halve droogteperiode
Grappig of grappige droogteperiode
Leeg of lege droogteperiode
leuk of leuke droogteperiode
Vet of vette droogteperiode
Snel of snelle droogteperiode
Wit of witte droogteperiode
Klein of kleine droogteperiode
Rood of rode droogteperiode
Dik of dikke droogteperiode
Oud of oude droogteperiode
Goed of goede droogteperiode
Wat rijmt er op droogteperiode
Elk of elke: Elke droogteperiode
Aanwijzend voornaamwoord: Die droogteperiode
Bezittelijk voornaamwoord: Onze droogteperiode
Wat rijmt er op droogteperiode
Oefening van de dag