De of het exportaandeel?
Het exportaandeel
Is het de of het exportaandeel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het exportaandeel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: export share
Deutsch: Exportanteil | Bekijk of het der of die Exportanteil is.
Français: part des exportations | Bekijk of het Le o La part des exportations is.
Jou of jouw: jouw exportaandeel
Buigings-e:
Mooi of mooie exportaandeel
Groot of grote exportaandeel
Half of halve exportaandeel
Grappig of grappige exportaandeel
Leeg of lege exportaandeel
leuk of leuke exportaandeel
Vet of vette exportaandeel
Snel of snelle exportaandeel
Wit of witte exportaandeel
Klein of kleine exportaandeel
Rood of rode exportaandeel
Dik of dikke exportaandeel
Oud of oude exportaandeel
Goed of goede exportaandeel
Wat rijmt er op exportaandeel
Elk of elke: Elk exportaandeel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat exportaandeel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons exportaandeel
Wat rijmt er op exportaandeel
Oefening van de dag