De of het familiehoofd?
Het familiehoofd
Is het de of het familiehoofd
In de Nederlandse taal gebruiken wij het familiehoofd.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: family head
Deutsch: Familienoberhaupt | Bekijk of het der of die Familienoberhaupt is.
Français: chef de famille | Bekijk of het Le o La chef de famille is.
Jou of jouw: jouw familiehoofd
Buigings-e:
Mooi of mooie familiehoofd
Groot of grote familiehoofd
Half of halve familiehoofd
Grappig of grappige familiehoofd
Leeg of lege familiehoofd
leuk of leuke familiehoofd
Vet of vette familiehoofd
Snel of snelle familiehoofd
Wit of witte familiehoofd
Klein of kleine familiehoofd
Rood of rode familiehoofd
Dik of dikke familiehoofd
Oud of oude familiehoofd
Goed of goede familiehoofd
Wat rijmt er op familiehoofd
Elk of elke: Elk familiehoofd
Aanwijzend voornaamwoord: Dat familiehoofd
Bezittelijk voornaamwoord: Ons familiehoofd
Wat rijmt er op familiehoofd
Buigings-e:
Mooi of mooie familiehoofd
Groot of grote familiehoofd
Half of halve familiehoofd
Grappig of grappige familiehoofd
Leeg of lege familiehoofd
leuk of leuke familiehoofd
Vet of vette familiehoofd
Snel of snelle familiehoofd
Wit of witte familiehoofd
Klein of kleine familiehoofd
Rood of rode familiehoofd
Dik of dikke familiehoofd
Oud of oude familiehoofd
Goed of goede familiehoofd
Wat rijmt er op familiehoofd
Elk of elke: Elk familiehoofd
Aanwijzend voornaamwoord: Dat familiehoofd
Bezittelijk voornaamwoord: Ons familiehoofd
Wat rijmt er op familiehoofd
Oefening van de dag