De of het fokster?
De fokster
Is het de of het fokster
In de Nederlandse taal gebruiken wij de fokster.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: breeder
Deutsch: Züchter | Bekijk of het der of die Züchter is.
Français: surgénérateur | Bekijk of het Le o La surgénérateur is.
Jou of jouw: jouw fokster
Buigings-e:
Mooi of mooie fokster
Groot of grote fokster
Half of halve fokster
Grappig of grappige fokster
Leeg of lege fokster
leuk of leuke fokster
Vet of vette fokster
Snel of snelle fokster
Wit of witte fokster
Klein of kleine fokster
Rood of rode fokster
Dik of dikke fokster
Oud of oude fokster
Goed of goede fokster
Wat rijmt er op fokster
Elk of elke: Elke fokster
Aanwijzend voornaamwoord: Die fokster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fokster
Wat rijmt er op fokster
Buigings-e:
Mooi of mooie fokster
Groot of grote fokster
Half of halve fokster
Grappig of grappige fokster
Leeg of lege fokster
leuk of leuke fokster
Vet of vette fokster
Snel of snelle fokster
Wit of witte fokster
Klein of kleine fokster
Rood of rode fokster
Dik of dikke fokster
Oud of oude fokster
Goed of goede fokster
Wat rijmt er op fokster
Elk of elke: Elke fokster
Aanwijzend voornaamwoord: Die fokster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fokster
Wat rijmt er op fokster
Oefening van de dag