De of het gepaard?
De gepaard
Is het de of het gepaard
In de Nederlandse taal gebruiken wij de gepaard.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: coupled
Deutsch: verbunden | Bekijk of het der of die verbunden is.
Français: accouplé | Bekijk of het Le o La accouplé is.
Jou of jouw: jouw gepaard
Buigings-e:
Mooi of mooie gepaard
Groot of grote gepaard
Half of halve gepaard
Grappig of grappige gepaard
Leeg of lege gepaard
leuk of leuke gepaard
Vet of vette gepaard
Snel of snelle gepaard
Wit of witte gepaard
Klein of kleine gepaard
Rood of rode gepaard
Dik of dikke gepaard
Oud of oude gepaard
Goed of goede gepaard
Wat rijmt er op gepaard
Elk of elke: Elke gepaard
Aanwijzend voornaamwoord: Die gepaard
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gepaard
Wat rijmt er op gepaard
manegepaard - ongepaard -
Buigings-e:
Mooi of mooie gepaard
Groot of grote gepaard
Half of halve gepaard
Grappig of grappige gepaard
Leeg of lege gepaard
leuk of leuke gepaard
Vet of vette gepaard
Snel of snelle gepaard
Wit of witte gepaard
Klein of kleine gepaard
Rood of rode gepaard
Dik of dikke gepaard
Oud of oude gepaard
Goed of goede gepaard
Wat rijmt er op gepaard
Elk of elke: Elke gepaard
Aanwijzend voornaamwoord: Die gepaard
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gepaard
Wat rijmt er op gepaard
manegepaard - ongepaard -
Oefening van de dag