De of het ggeneesmiddel?
Het ggeneesmiddel
Is het de of het ggeneesmiddel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ggeneesmiddel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: drug
Jou of jouw: jouw ggeneesmiddel
Buigings-e:
Mooi of mooie ggeneesmiddel
Groot of grote ggeneesmiddel
Half of halve ggeneesmiddel
Grappig of grappige ggeneesmiddel
Leeg of lege ggeneesmiddel
leuk of leuke ggeneesmiddel
Vet of vette ggeneesmiddel
Snel of snelle ggeneesmiddel
Wit of witte ggeneesmiddel
Klein of kleine ggeneesmiddel
Rood of rode ggeneesmiddel
Dik of dikke ggeneesmiddel
Oud of oude ggeneesmiddel
Goed of goede ggeneesmiddel
Wat rijmt er op ggeneesmiddel
Elk of elke: Elk ggeneesmiddel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ggeneesmiddel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ggeneesmiddel
Wat rijmt er op ggeneesmiddel
Buigings-e:
Mooi of mooie ggeneesmiddel
Groot of grote ggeneesmiddel
Half of halve ggeneesmiddel
Grappig of grappige ggeneesmiddel
Leeg of lege ggeneesmiddel
leuk of leuke ggeneesmiddel
Vet of vette ggeneesmiddel
Snel of snelle ggeneesmiddel
Wit of witte ggeneesmiddel
Klein of kleine ggeneesmiddel
Rood of rode ggeneesmiddel
Dik of dikke ggeneesmiddel
Oud of oude ggeneesmiddel
Goed of goede ggeneesmiddel
Wat rijmt er op ggeneesmiddel
Elk of elke: Elk ggeneesmiddel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ggeneesmiddel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ggeneesmiddel
Wat rijmt er op ggeneesmiddel
Oefening van de dag