De of het godvruchtigheid?
De godvruchtigheid
Is het de of het godvruchtigheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de godvruchtigheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: devoutness
Deutsch: Frömmigkeit | Bekijk of het der of die Frömmigkeit is.
Français: piété | Bekijk of het Le o La piété is.
Jou of jouw: jouw godvruchtigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie godvruchtigheid
Groot of grote godvruchtigheid
Half of halve godvruchtigheid
Grappig of grappige godvruchtigheid
Leeg of lege godvruchtigheid
leuk of leuke godvruchtigheid
Vet of vette godvruchtigheid
Snel of snelle godvruchtigheid
Wit of witte godvruchtigheid
Klein of kleine godvruchtigheid
Rood of rode godvruchtigheid
Dik of dikke godvruchtigheid
Oud of oude godvruchtigheid
Goed of goede godvruchtigheid
Wat rijmt er op godvruchtigheid
Elk of elke: Elke godvruchtigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die godvruchtigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze godvruchtigheid
Wat rijmt er op godvruchtigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie godvruchtigheid
Groot of grote godvruchtigheid
Half of halve godvruchtigheid
Grappig of grappige godvruchtigheid
Leeg of lege godvruchtigheid
leuk of leuke godvruchtigheid
Vet of vette godvruchtigheid
Snel of snelle godvruchtigheid
Wit of witte godvruchtigheid
Klein of kleine godvruchtigheid
Rood of rode godvruchtigheid
Dik of dikke godvruchtigheid
Oud of oude godvruchtigheid
Goed of goede godvruchtigheid
Wat rijmt er op godvruchtigheid
Elk of elke: Elke godvruchtigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die godvruchtigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze godvruchtigheid
Wat rijmt er op godvruchtigheid
Oefening van de dag