De of het handelsaangelegenheid?
De handelsaangelegenheid
Is het de of het handelsaangelegenheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de handelsaangelegenheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: trade matter
Deutsch: Handelsfragen | Bekijk of het der of die Handelsfragen is.
Français: question commerciale | Bekijk of het Le o La question commerciale is.
Jou of jouw: jouw handelsaangelegenheid
Buigings-e:
Mooi of mooie handelsaangelegenheid
Groot of grote handelsaangelegenheid
Half of halve handelsaangelegenheid
Grappig of grappige handelsaangelegenheid
Leeg of lege handelsaangelegenheid
leuk of leuke handelsaangelegenheid
Vet of vette handelsaangelegenheid
Snel of snelle handelsaangelegenheid
Wit of witte handelsaangelegenheid
Klein of kleine handelsaangelegenheid
Rood of rode handelsaangelegenheid
Dik of dikke handelsaangelegenheid
Oud of oude handelsaangelegenheid
Goed of goede handelsaangelegenheid
Wat rijmt er op handelsaangelegenheid
Elk of elke: Elke handelsaangelegenheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die handelsaangelegenheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze handelsaangelegenheid
Wat rijmt er op handelsaangelegenheid
Buigings-e:
Mooi of mooie handelsaangelegenheid
Groot of grote handelsaangelegenheid
Half of halve handelsaangelegenheid
Grappig of grappige handelsaangelegenheid
Leeg of lege handelsaangelegenheid
leuk of leuke handelsaangelegenheid
Vet of vette handelsaangelegenheid
Snel of snelle handelsaangelegenheid
Wit of witte handelsaangelegenheid
Klein of kleine handelsaangelegenheid
Rood of rode handelsaangelegenheid
Dik of dikke handelsaangelegenheid
Oud of oude handelsaangelegenheid
Goed of goede handelsaangelegenheid
Wat rijmt er op handelsaangelegenheid
Elk of elke: Elke handelsaangelegenheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die handelsaangelegenheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze handelsaangelegenheid
Wat rijmt er op handelsaangelegenheid
Oefening van de dag