De of het handwassing?
De handwassing
Is het de of het handwassing
In de Nederlandse taal gebruiken wij de handwassing.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: hand washing
Deutsch: handwäsche | Bekijk of het der of die handwäsche is.
Français: lavage à la main | Bekijk of het Le o La lavage à la main is.
Jou of jouw: jouw handwassing
Buigings-e:
Mooi of mooie handwassing
Groot of grote handwassing
Half of halve handwassing
Grappig of grappige handwassing
Leeg of lege handwassing
leuk of leuke handwassing
Vet of vette handwassing
Snel of snelle handwassing
Wit of witte handwassing
Klein of kleine handwassing
Rood of rode handwassing
Dik of dikke handwassing
Oud of oude handwassing
Goed of goede handwassing
Wat rijmt er op handwassing
Elk of elke: Elke handwassing
Aanwijzend voornaamwoord: Die handwassing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze handwassing
Wat rijmt er op handwassing
Buigings-e:
Mooi of mooie handwassing
Groot of grote handwassing
Half of halve handwassing
Grappig of grappige handwassing
Leeg of lege handwassing
leuk of leuke handwassing
Vet of vette handwassing
Snel of snelle handwassing
Wit of witte handwassing
Klein of kleine handwassing
Rood of rode handwassing
Dik of dikke handwassing
Oud of oude handwassing
Goed of goede handwassing
Wat rijmt er op handwassing
Elk of elke: Elke handwassing
Aanwijzend voornaamwoord: Die handwassing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze handwassing
Wat rijmt er op handwassing
Oefening van de dag