De of het homogeniteit?
De homogeniteit
Is het de of het homogeniteit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de homogeniteit.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: homogeneity
Deutsch: Homogenität | Bekijk of het der of die Homogenität is.
Français: homogénéité | Bekijk of het Le o La homogénéité is.
Jou of jouw: jouw homogeniteit
Buigings-e:
Mooi of mooie homogeniteit
Groot of grote homogeniteit
Half of halve homogeniteit
Grappig of grappige homogeniteit
Leeg of lege homogeniteit
leuk of leuke homogeniteit
Vet of vette homogeniteit
Snel of snelle homogeniteit
Wit of witte homogeniteit
Klein of kleine homogeniteit
Rood of rode homogeniteit
Dik of dikke homogeniteit
Oud of oude homogeniteit
Goed of goede homogeniteit
Wat rijmt er op homogeniteit
Elk of elke: Elke homogeniteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die homogeniteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze homogeniteit
Wat rijmt er op homogeniteit
Buigings-e:
Mooi of mooie homogeniteit
Groot of grote homogeniteit
Half of halve homogeniteit
Grappig of grappige homogeniteit
Leeg of lege homogeniteit
leuk of leuke homogeniteit
Vet of vette homogeniteit
Snel of snelle homogeniteit
Wit of witte homogeniteit
Klein of kleine homogeniteit
Rood of rode homogeniteit
Dik of dikke homogeniteit
Oud of oude homogeniteit
Goed of goede homogeniteit
Wat rijmt er op homogeniteit
Elk of elke: Elke homogeniteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die homogeniteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze homogeniteit
Wat rijmt er op homogeniteit
Oefening van de dag