De of het hoogvogel?
De hoogvogel
Is het de of het hoogvogel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hoogvogel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: high bird
Deutsch: Hochvogel | Bekijk of het der of die Hochvogel is.
Français: haute oiseaux | Bekijk of het Le o La haute oiseaux is.
Jou of jouw: jouw hoogvogel
Buigings-e:
Mooi of mooie hoogvogel
Groot of grote hoogvogel
Half of halve hoogvogel
Grappig of grappige hoogvogel
Leeg of lege hoogvogel
leuk of leuke hoogvogel
Vet of vette hoogvogel
Snel of snelle hoogvogel
Wit of witte hoogvogel
Klein of kleine hoogvogel
Rood of rode hoogvogel
Dik of dikke hoogvogel
Oud of oude hoogvogel
Goed of goede hoogvogel
Wat rijmt er op hoogvogel
Elk of elke: Elke hoogvogel
Aanwijzend voornaamwoord: Die hoogvogel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hoogvogel
Wat rijmt er op hoogvogel
Buigings-e:
Mooi of mooie hoogvogel
Groot of grote hoogvogel
Half of halve hoogvogel
Grappig of grappige hoogvogel
Leeg of lege hoogvogel
leuk of leuke hoogvogel
Vet of vette hoogvogel
Snel of snelle hoogvogel
Wit of witte hoogvogel
Klein of kleine hoogvogel
Rood of rode hoogvogel
Dik of dikke hoogvogel
Oud of oude hoogvogel
Goed of goede hoogvogel
Wat rijmt er op hoogvogel
Elk of elke: Elke hoogvogel
Aanwijzend voornaamwoord: Die hoogvogel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hoogvogel
Wat rijmt er op hoogvogel
Oefening van de dag