De of het incarneren?
Het incarneren
Is het de of het incarneren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het incarneren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: incarnate
Deutsch: verkörpern | Bekijk of het der of die verkörpern is.
Français: incarné | Bekijk of het Le o La incarné is.
Jou of jouw: jouw incarneren
Buigings-e:
Mooi of mooie incarneren
Groot of grote incarneren
Half of halve incarneren
Grappig of grappige incarneren
Leeg of lege incarneren
leuk of leuke incarneren
Vet of vette incarneren
Snel of snelle incarneren
Wit of witte incarneren
Klein of kleine incarneren
Rood of rode incarneren
Dik of dikke incarneren
Oud of oude incarneren
Goed of goede incarneren
Wat rijmt er op incarneren
Elk of elke: Elk incarneren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat incarneren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons incarneren
Wat rijmt er op incarneren
reïncarneren -
Buigings-e:
Mooi of mooie incarneren
Groot of grote incarneren
Half of halve incarneren
Grappig of grappige incarneren
Leeg of lege incarneren
leuk of leuke incarneren
Vet of vette incarneren
Snel of snelle incarneren
Wit of witte incarneren
Klein of kleine incarneren
Rood of rode incarneren
Dik of dikke incarneren
Oud of oude incarneren
Goed of goede incarneren
Wat rijmt er op incarneren
Elk of elke: Elk incarneren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat incarneren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons incarneren
Wat rijmt er op incarneren
reïncarneren -
Oefening van de dag