De of het induceren?
Het induceren
Is het de of het induceren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het induceren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: induce
Deutsch: induzieren | Bekijk of het der of die induzieren is.
Français: induire | Bekijk of het Le o La induire is.
Jou of jouw: jouw induceren
Buigings-e:
Mooi of mooie induceren
Groot of grote induceren
Half of halve induceren
Grappig of grappige induceren
Leeg of lege induceren
leuk of leuke induceren
Vet of vette induceren
Snel of snelle induceren
Wit of witte induceren
Klein of kleine induceren
Rood of rode induceren
Dik of dikke induceren
Oud of oude induceren
Goed of goede induceren
Wat rijmt er op induceren
Elk of elke: Elk induceren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat induceren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons induceren
Wat rijmt er op induceren
Buigings-e:
Mooi of mooie induceren
Groot of grote induceren
Half of halve induceren
Grappig of grappige induceren
Leeg of lege induceren
leuk of leuke induceren
Vet of vette induceren
Snel of snelle induceren
Wit of witte induceren
Klein of kleine induceren
Rood of rode induceren
Dik of dikke induceren
Oud of oude induceren
Goed of goede induceren
Wat rijmt er op induceren
Elk of elke: Elk induceren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat induceren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons induceren
Wat rijmt er op induceren
Oefening van de dag