De of het inkomstenbriefje?
Het inkomstenbriefje
Is het de of het inkomstenbriefje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het inkomstenbriefje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: revenue note
Deutsch: Umsatznote | Bekijk of het der of die Umsatznote is.
Français: Note de recettes | Bekijk of het Le o La Note de recettes is.
Jou of jouw: jouw inkomstenbriefje
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomstenbriefje
Groot of grote inkomstenbriefje
Half of halve inkomstenbriefje
Grappig of grappige inkomstenbriefje
Leeg of lege inkomstenbriefje
leuk of leuke inkomstenbriefje
Vet of vette inkomstenbriefje
Snel of snelle inkomstenbriefje
Wit of witte inkomstenbriefje
Klein of kleine inkomstenbriefje
Rood of rode inkomstenbriefje
Dik of dikke inkomstenbriefje
Oud of oude inkomstenbriefje
Goed of goede inkomstenbriefje
Wat rijmt er op inkomstenbriefje
Elk of elke: Elk inkomstenbriefje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat inkomstenbriefje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons inkomstenbriefje
Wat rijmt er op inkomstenbriefje
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomstenbriefje
Groot of grote inkomstenbriefje
Half of halve inkomstenbriefje
Grappig of grappige inkomstenbriefje
Leeg of lege inkomstenbriefje
leuk of leuke inkomstenbriefje
Vet of vette inkomstenbriefje
Snel of snelle inkomstenbriefje
Wit of witte inkomstenbriefje
Klein of kleine inkomstenbriefje
Rood of rode inkomstenbriefje
Dik of dikke inkomstenbriefje
Oud of oude inkomstenbriefje
Goed of goede inkomstenbriefje
Wat rijmt er op inkomstenbriefje
Elk of elke: Elk inkomstenbriefje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat inkomstenbriefje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons inkomstenbriefje
Wat rijmt er op inkomstenbriefje
Oefening van de dag