De of het insinueren?
Het insinueren
Is het de of het insinueren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het insinueren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: insinuate
Deutsch: unterstellen | Bekijk of het der of die unterstellen is.
Français: insinuer | Bekijk of het Le o La insinuer is.
Jou of jouw: jouw insinueren
Buigings-e:
Mooi of mooie insinueren
Groot of grote insinueren
Half of halve insinueren
Grappig of grappige insinueren
Leeg of lege insinueren
leuk of leuke insinueren
Vet of vette insinueren
Snel of snelle insinueren
Wit of witte insinueren
Klein of kleine insinueren
Rood of rode insinueren
Dik of dikke insinueren
Oud of oude insinueren
Goed of goede insinueren
Wat rijmt er op insinueren
Elk of elke: Elk insinueren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat insinueren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons insinueren
Wat rijmt er op insinueren
Buigings-e:
Mooi of mooie insinueren
Groot of grote insinueren
Half of halve insinueren
Grappig of grappige insinueren
Leeg of lege insinueren
leuk of leuke insinueren
Vet of vette insinueren
Snel of snelle insinueren
Wit of witte insinueren
Klein of kleine insinueren
Rood of rode insinueren
Dik of dikke insinueren
Oud of oude insinueren
Goed of goede insinueren
Wat rijmt er op insinueren
Elk of elke: Elk insinueren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat insinueren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons insinueren
Wat rijmt er op insinueren
Oefening van de dag