De of het jaarling?
De jaarling
Is het de of het jaarling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de jaarling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: yearling
Deutsch: Jährling | Bekijk of het der of die Jährling is.
Français: yearling | Bekijk of het Le o La yearling is.
Jou of jouw: jouw jaarling
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarling
Groot of grote jaarling
Half of halve jaarling
Grappig of grappige jaarling
Leeg of lege jaarling
leuk of leuke jaarling
Vet of vette jaarling
Snel of snelle jaarling
Wit of witte jaarling
Klein of kleine jaarling
Rood of rode jaarling
Dik of dikke jaarling
Oud of oude jaarling
Goed of goede jaarling
Wat rijmt er op jaarling
Elk of elke: Elke jaarling
Aanwijzend voornaamwoord: Die jaarling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze jaarling
Wat rijmt er op jaarling
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarling
Groot of grote jaarling
Half of halve jaarling
Grappig of grappige jaarling
Leeg of lege jaarling
leuk of leuke jaarling
Vet of vette jaarling
Snel of snelle jaarling
Wit of witte jaarling
Klein of kleine jaarling
Rood of rode jaarling
Dik of dikke jaarling
Oud of oude jaarling
Goed of goede jaarling
Wat rijmt er op jaarling
Elk of elke: Elke jaarling
Aanwijzend voornaamwoord: Die jaarling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze jaarling
Wat rijmt er op jaarling
Oefening van de dag