De of het kikkeren?
Het kikkeren
Is het de of het kikkeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het kikkeren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: frogs
Deutsch: Frösche | Bekijk of het der of die Frösche is.
Français: grenouilles | Bekijk of het Le o La grenouilles is.
Jou of jouw: jouw kikkeren
Buigings-e:
Mooi of mooie kikkeren
Groot of grote kikkeren
Half of halve kikkeren
Grappig of grappige kikkeren
Leeg of lege kikkeren
leuk of leuke kikkeren
Vet of vette kikkeren
Snel of snelle kikkeren
Wit of witte kikkeren
Klein of kleine kikkeren
Rood of rode kikkeren
Dik of dikke kikkeren
Oud of oude kikkeren
Goed of goede kikkeren
Wat rijmt er op kikkeren
Elk of elke: Elk kikkeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kikkeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kikkeren
Wat rijmt er op kikkeren
opkikkeren -
Buigings-e:
Mooi of mooie kikkeren
Groot of grote kikkeren
Half of halve kikkeren
Grappig of grappige kikkeren
Leeg of lege kikkeren
leuk of leuke kikkeren
Vet of vette kikkeren
Snel of snelle kikkeren
Wit of witte kikkeren
Klein of kleine kikkeren
Rood of rode kikkeren
Dik of dikke kikkeren
Oud of oude kikkeren
Goed of goede kikkeren
Wat rijmt er op kikkeren
Elk of elke: Elk kikkeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kikkeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kikkeren
Wat rijmt er op kikkeren
opkikkeren -
Oefening van de dag