De of het lesstof?
De lesstof
Is het de of het lesstof
In de Nederlandse taal gebruiken wij de lesstof.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: curriculum
Deutsch: Lehrplan | Bekijk of het der of die Lehrplan is.
Français: programme d'études | Bekijk of het Le o La programme d'études is.
Jou of jouw: jouw lesstof
Buigings-e:
Mooi of mooie lesstof
Groot of grote lesstof
Half of halve lesstof
Grappig of grappige lesstof
Leeg of lege lesstof
leuk of leuke lesstof
Vet of vette lesstof
Snel of snelle lesstof
Wit of witte lesstof
Klein of kleine lesstof
Rood of rode lesstof
Dik of dikke lesstof
Oud of oude lesstof
Goed of goede lesstof
Wat rijmt er op lesstof
Elk of elke: Elke lesstof
Aanwijzend voornaamwoord: Die lesstof
Bezittelijk voornaamwoord: Onze lesstof
Wat rijmt er op lesstof
Buigings-e:
Mooi of mooie lesstof
Groot of grote lesstof
Half of halve lesstof
Grappig of grappige lesstof
Leeg of lege lesstof
leuk of leuke lesstof
Vet of vette lesstof
Snel of snelle lesstof
Wit of witte lesstof
Klein of kleine lesstof
Rood of rode lesstof
Dik of dikke lesstof
Oud of oude lesstof
Goed of goede lesstof
Wat rijmt er op lesstof
Elk of elke: Elke lesstof
Aanwijzend voornaamwoord: Die lesstof
Bezittelijk voornaamwoord: Onze lesstof
Wat rijmt er op lesstof
Oefening van de dag