De of het levensmiddelenmarkt?
De levensmiddelenmarkt
Is het de of het levensmiddelenmarkt
In de Nederlandse taal gebruiken wij de levensmiddelenmarkt.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: food market
Deutsch: Lebensmittelmarkt | Bekijk of het der of die Lebensmittelmarkt is.
Français: marché alimentaire | Bekijk of het Le o La marché alimentaire is.
Jou of jouw: jouw levensmiddelenmarkt
Buigings-e:
Mooi of mooie levensmiddelenmarkt
Groot of grote levensmiddelenmarkt
Half of halve levensmiddelenmarkt
Grappig of grappige levensmiddelenmarkt
Leeg of lege levensmiddelenmarkt
leuk of leuke levensmiddelenmarkt
Vet of vette levensmiddelenmarkt
Snel of snelle levensmiddelenmarkt
Wit of witte levensmiddelenmarkt
Klein of kleine levensmiddelenmarkt
Rood of rode levensmiddelenmarkt
Dik of dikke levensmiddelenmarkt
Oud of oude levensmiddelenmarkt
Goed of goede levensmiddelenmarkt
Wat rijmt er op levensmiddelenmarkt
Elk of elke: Elke levensmiddelenmarkt
Aanwijzend voornaamwoord: Die levensmiddelenmarkt
Bezittelijk voornaamwoord: Onze levensmiddelenmarkt
Wat rijmt er op levensmiddelenmarkt
Buigings-e:
Mooi of mooie levensmiddelenmarkt
Groot of grote levensmiddelenmarkt
Half of halve levensmiddelenmarkt
Grappig of grappige levensmiddelenmarkt
Leeg of lege levensmiddelenmarkt
leuk of leuke levensmiddelenmarkt
Vet of vette levensmiddelenmarkt
Snel of snelle levensmiddelenmarkt
Wit of witte levensmiddelenmarkt
Klein of kleine levensmiddelenmarkt
Rood of rode levensmiddelenmarkt
Dik of dikke levensmiddelenmarkt
Oud of oude levensmiddelenmarkt
Goed of goede levensmiddelenmarkt
Wat rijmt er op levensmiddelenmarkt
Elk of elke: Elke levensmiddelenmarkt
Aanwijzend voornaamwoord: Die levensmiddelenmarkt
Bezittelijk voornaamwoord: Onze levensmiddelenmarkt
Wat rijmt er op levensmiddelenmarkt
Oefening van de dag