De of het marktsegment?
Het marktsegment
Is het de of het marktsegment
In de Nederlandse taal gebruiken wij het marktsegment.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: segment
Deutsch: Segment | Bekijk of het der of die Segment is.
Français: segment | Bekijk of het Le o La segment is.
Jou of jouw: jouw marktsegment
Buigings-e:
Mooi of mooie marktsegment
Groot of grote marktsegment
Half of halve marktsegment
Grappig of grappige marktsegment
Leeg of lege marktsegment
leuk of leuke marktsegment
Vet of vette marktsegment
Snel of snelle marktsegment
Wit of witte marktsegment
Klein of kleine marktsegment
Rood of rode marktsegment
Dik of dikke marktsegment
Oud of oude marktsegment
Goed of goede marktsegment
Wat rijmt er op marktsegment
Elk of elke: Elk marktsegment
Aanwijzend voornaamwoord: Dat marktsegment
Bezittelijk voornaamwoord: Ons marktsegment
Wat rijmt er op marktsegment
Buigings-e:
Mooi of mooie marktsegment
Groot of grote marktsegment
Half of halve marktsegment
Grappig of grappige marktsegment
Leeg of lege marktsegment
leuk of leuke marktsegment
Vet of vette marktsegment
Snel of snelle marktsegment
Wit of witte marktsegment
Klein of kleine marktsegment
Rood of rode marktsegment
Dik of dikke marktsegment
Oud of oude marktsegment
Goed of goede marktsegment
Wat rijmt er op marktsegment
Elk of elke: Elk marktsegment
Aanwijzend voornaamwoord: Dat marktsegment
Bezittelijk voornaamwoord: Ons marktsegment
Wat rijmt er op marktsegment
Oefening van de dag