De of het meergezinswoning?
De meergezinswoning
Is het de of het meergezinswoning
In de Nederlandse taal gebruiken wij de meergezinswoning.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: more family
Deutsch: Mehrfamilien | Bekijk of het der of die Mehrfamilien is.
Français: multi-famille | Bekijk of het Le o La multi-famille is.
Jou of jouw: jouw meergezinswoning
Buigings-e:
Mooi of mooie meergezinswoning
Groot of grote meergezinswoning
Half of halve meergezinswoning
Grappig of grappige meergezinswoning
Leeg of lege meergezinswoning
leuk of leuke meergezinswoning
Vet of vette meergezinswoning
Snel of snelle meergezinswoning
Wit of witte meergezinswoning
Klein of kleine meergezinswoning
Rood of rode meergezinswoning
Dik of dikke meergezinswoning
Oud of oude meergezinswoning
Goed of goede meergezinswoning
Wat rijmt er op meergezinswoning
Elk of elke: Elke meergezinswoning
Aanwijzend voornaamwoord: Die meergezinswoning
Bezittelijk voornaamwoord: Onze meergezinswoning
Wat rijmt er op meergezinswoning
Buigings-e:
Mooi of mooie meergezinswoning
Groot of grote meergezinswoning
Half of halve meergezinswoning
Grappig of grappige meergezinswoning
Leeg of lege meergezinswoning
leuk of leuke meergezinswoning
Vet of vette meergezinswoning
Snel of snelle meergezinswoning
Wit of witte meergezinswoning
Klein of kleine meergezinswoning
Rood of rode meergezinswoning
Dik of dikke meergezinswoning
Oud of oude meergezinswoning
Goed of goede meergezinswoning
Wat rijmt er op meergezinswoning
Elk of elke: Elke meergezinswoning
Aanwijzend voornaamwoord: Die meergezinswoning
Bezittelijk voornaamwoord: Onze meergezinswoning
Wat rijmt er op meergezinswoning
Oefening van de dag