De of het minicrisis?
De minicrisis
Is het de of het minicrisis
In de Nederlandse taal gebruiken wij de minicrisis.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: mini crisis
Deutsch: Mini-Krise | Bekijk of het der of die Mini-Krise is.
Français: mini-crise | Bekijk of het Le o La mini-crise is.
Jou of jouw: jouw minicrisis
Buigings-e:
Mooi of mooie minicrisis
Groot of grote minicrisis
Half of halve minicrisis
Grappig of grappige minicrisis
Leeg of lege minicrisis
leuk of leuke minicrisis
Vet of vette minicrisis
Snel of snelle minicrisis
Wit of witte minicrisis
Klein of kleine minicrisis
Rood of rode minicrisis
Dik of dikke minicrisis
Oud of oude minicrisis
Goed of goede minicrisis
Wat rijmt er op minicrisis
Elk of elke: Elke minicrisis
Aanwijzend voornaamwoord: Die minicrisis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze minicrisis
Wat rijmt er op minicrisis
Buigings-e:
Mooi of mooie minicrisis
Groot of grote minicrisis
Half of halve minicrisis
Grappig of grappige minicrisis
Leeg of lege minicrisis
leuk of leuke minicrisis
Vet of vette minicrisis
Snel of snelle minicrisis
Wit of witte minicrisis
Klein of kleine minicrisis
Rood of rode minicrisis
Dik of dikke minicrisis
Oud of oude minicrisis
Goed of goede minicrisis
Wat rijmt er op minicrisis
Elk of elke: Elke minicrisis
Aanwijzend voornaamwoord: Die minicrisis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze minicrisis
Wat rijmt er op minicrisis
Oefening van de dag