De of het nabestaande?
De nabestaande
Is het de of het nabestaande
In de Nederlandse taal gebruiken wij de nabestaande.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Nabestaande is mannelijk
English: surviving
Deutsch: überlebenden | Bekijk of het der of die überlebenden is.
Français: survivant | Bekijk of het Le o La survivant is.
Jou of jouw: jouw nabestaande
Buigings-e:
Mooi of mooie nabestaande
Groot of grote nabestaande
Half of halve nabestaande
Grappig of grappige nabestaande
Leeg of lege nabestaande
leuk of leuke nabestaande
Vet of vette nabestaande
Snel of snelle nabestaande
Wit of witte nabestaande
Klein of kleine nabestaande
Rood of rode nabestaande
Dik of dikke nabestaande
Oud of oude nabestaande
Goed of goede nabestaande
Wat rijmt er op nabestaande
Elk of elke: Elke nabestaande
Aanwijzend voornaamwoord: Die nabestaande
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nabestaande
Wat rijmt er op nabestaande
Buigings-e:
Mooi of mooie nabestaande
Groot of grote nabestaande
Half of halve nabestaande
Grappig of grappige nabestaande
Leeg of lege nabestaande
leuk of leuke nabestaande
Vet of vette nabestaande
Snel of snelle nabestaande
Wit of witte nabestaande
Klein of kleine nabestaande
Rood of rode nabestaande
Dik of dikke nabestaande
Oud of oude nabestaande
Goed of goede nabestaande
Wat rijmt er op nabestaande
Elk of elke: Elke nabestaande
Aanwijzend voornaamwoord: Die nabestaande
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nabestaande
Wat rijmt er op nabestaande
Oefening van de dag