De of het nederlands?
Het nederlands
Is het de of het nederlands
In de Nederlandse taal gebruiken wij het nederlands.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Dutch
Deutsch: Holländisch | Bekijk of het der of die Holländisch is.
Français: Le Néerlandais | Bekijk of het Le o La Le Néerlandais is.
Jou of jouw: jouw nederlands
Buigings-e:
Mooi of mooie nederlands
Groot of grote nederlands
Half of halve nederlands
Grappig of grappige nederlands
Leeg of lege nederlands
leuk of leuke nederlands
Vet of vette nederlands
Snel of snelle nederlands
Wit of witte nederlands
Klein of kleine nederlands
Rood of rode nederlands
Dik of dikke nederlands
Oud of oude nederlands
Goed of goede nederlands
Wat rijmt er op nederlands
Elk of elke: Elk nederlands
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nederlands
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nederlands
Wat rijmt er op nederlands
Buigings-e:
Mooi of mooie nederlands
Groot of grote nederlands
Half of halve nederlands
Grappig of grappige nederlands
Leeg of lege nederlands
leuk of leuke nederlands
Vet of vette nederlands
Snel of snelle nederlands
Wit of witte nederlands
Klein of kleine nederlands
Rood of rode nederlands
Dik of dikke nederlands
Oud of oude nederlands
Goed of goede nederlands
Wat rijmt er op nederlands
Elk of elke: Elk nederlands
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nederlands
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nederlands
Wat rijmt er op nederlands
Oefening van de dag