De of het nieuw-zeeland?
Het nieuw-zeeland
Is het de of het nieuw-zeeland
In de Nederlandse taal gebruiken wij het nieuw-zeeland.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: New Zealand
Deutsch: Neuseeland | Bekijk of het der of die Neuseeland is.
Français: Nouvelle Zélande | Bekijk of het Le o La Nouvelle Zélande is.
Jou of jouw: jouw nieuw-zeeland
Buigings-e:
Mooi of mooie nieuw-zeeland
Groot of grote nieuw-zeeland
Half of halve nieuw-zeeland
Grappig of grappige nieuw-zeeland
Leeg of lege nieuw-zeeland
leuk of leuke nieuw-zeeland
Vet of vette nieuw-zeeland
Snel of snelle nieuw-zeeland
Wit of witte nieuw-zeeland
Klein of kleine nieuw-zeeland
Rood of rode nieuw-zeeland
Dik of dikke nieuw-zeeland
Oud of oude nieuw-zeeland
Goed of goede nieuw-zeeland
Wat rijmt er op nieuw-zeeland
Elk of elke: Elk nieuw-zeeland
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nieuw-zeeland
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nieuw-zeeland
Wat rijmt er op nieuw-zeeland
Buigings-e:
Mooi of mooie nieuw-zeeland
Groot of grote nieuw-zeeland
Half of halve nieuw-zeeland
Grappig of grappige nieuw-zeeland
Leeg of lege nieuw-zeeland
leuk of leuke nieuw-zeeland
Vet of vette nieuw-zeeland
Snel of snelle nieuw-zeeland
Wit of witte nieuw-zeeland
Klein of kleine nieuw-zeeland
Rood of rode nieuw-zeeland
Dik of dikke nieuw-zeeland
Oud of oude nieuw-zeeland
Goed of goede nieuw-zeeland
Wat rijmt er op nieuw-zeeland
Elk of elke: Elk nieuw-zeeland
Aanwijzend voornaamwoord: Dat nieuw-zeeland
Bezittelijk voornaamwoord: Ons nieuw-zeeland
Wat rijmt er op nieuw-zeeland
Oefening van de dag