De of het oefenvlucht?
De oefenvlucht
Is het de of het oefenvlucht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de oefenvlucht.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: practice flight
Deutsch: Übungsflug | Bekijk of het der of die Übungsflug is.
Français: vol de pratique | Bekijk of het Le o La vol de pratique is.
Jou of jouw: jouw oefenvlucht
Buigings-e:
Mooi of mooie oefenvlucht
Groot of grote oefenvlucht
Half of halve oefenvlucht
Grappig of grappige oefenvlucht
Leeg of lege oefenvlucht
leuk of leuke oefenvlucht
Vet of vette oefenvlucht
Snel of snelle oefenvlucht
Wit of witte oefenvlucht
Klein of kleine oefenvlucht
Rood of rode oefenvlucht
Dik of dikke oefenvlucht
Oud of oude oefenvlucht
Goed of goede oefenvlucht
Wat rijmt er op oefenvlucht
Elk of elke: Elke oefenvlucht
Aanwijzend voornaamwoord: Die oefenvlucht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze oefenvlucht
Wat rijmt er op oefenvlucht
Buigings-e:
Mooi of mooie oefenvlucht
Groot of grote oefenvlucht
Half of halve oefenvlucht
Grappig of grappige oefenvlucht
Leeg of lege oefenvlucht
leuk of leuke oefenvlucht
Vet of vette oefenvlucht
Snel of snelle oefenvlucht
Wit of witte oefenvlucht
Klein of kleine oefenvlucht
Rood of rode oefenvlucht
Dik of dikke oefenvlucht
Oud of oude oefenvlucht
Goed of goede oefenvlucht
Wat rijmt er op oefenvlucht
Elk of elke: Elke oefenvlucht
Aanwijzend voornaamwoord: Die oefenvlucht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze oefenvlucht
Wat rijmt er op oefenvlucht
Oefening van de dag