De of het offervaardigheid?
De offervaardigheid
Is het de of het offervaardigheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de offervaardigheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sacrifice
Deutsch: Opfer | Bekijk of het der of die Opfer is.
Français: se sacrifier | Bekijk of het Le o La se sacrifier is.
Jou of jouw: jouw offervaardigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie offervaardigheid
Groot of grote offervaardigheid
Half of halve offervaardigheid
Grappig of grappige offervaardigheid
Leeg of lege offervaardigheid
leuk of leuke offervaardigheid
Vet of vette offervaardigheid
Snel of snelle offervaardigheid
Wit of witte offervaardigheid
Klein of kleine offervaardigheid
Rood of rode offervaardigheid
Dik of dikke offervaardigheid
Oud of oude offervaardigheid
Goed of goede offervaardigheid
Wat rijmt er op offervaardigheid
Elk of elke: Elke offervaardigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die offervaardigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze offervaardigheid
Wat rijmt er op offervaardigheid
Buigings-e:
Mooi of mooie offervaardigheid
Groot of grote offervaardigheid
Half of halve offervaardigheid
Grappig of grappige offervaardigheid
Leeg of lege offervaardigheid
leuk of leuke offervaardigheid
Vet of vette offervaardigheid
Snel of snelle offervaardigheid
Wit of witte offervaardigheid
Klein of kleine offervaardigheid
Rood of rode offervaardigheid
Dik of dikke offervaardigheid
Oud of oude offervaardigheid
Goed of goede offervaardigheid
Wat rijmt er op offervaardigheid
Elk of elke: Elke offervaardigheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die offervaardigheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze offervaardigheid
Wat rijmt er op offervaardigheid
Oefening van de dag