De of het omzetdoelstelling?
De omzetdoelstelling
Is het de of het omzetdoelstelling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de omzetdoelstelling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: revenue target
Deutsch: Umsatzziel | Bekijk of het der of die Umsatzziel is.
Français: objectif de recettes | Bekijk of het Le o La objectif de recettes is.
Jou of jouw: jouw omzetdoelstelling
Buigings-e:
Mooi of mooie omzetdoelstelling
Groot of grote omzetdoelstelling
Half of halve omzetdoelstelling
Grappig of grappige omzetdoelstelling
Leeg of lege omzetdoelstelling
leuk of leuke omzetdoelstelling
Vet of vette omzetdoelstelling
Snel of snelle omzetdoelstelling
Wit of witte omzetdoelstelling
Klein of kleine omzetdoelstelling
Rood of rode omzetdoelstelling
Dik of dikke omzetdoelstelling
Oud of oude omzetdoelstelling
Goed of goede omzetdoelstelling
Wat rijmt er op omzetdoelstelling
Elk of elke: Elke omzetdoelstelling
Aanwijzend voornaamwoord: Die omzetdoelstelling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze omzetdoelstelling
Wat rijmt er op omzetdoelstelling
Buigings-e:
Mooi of mooie omzetdoelstelling
Groot of grote omzetdoelstelling
Half of halve omzetdoelstelling
Grappig of grappige omzetdoelstelling
Leeg of lege omzetdoelstelling
leuk of leuke omzetdoelstelling
Vet of vette omzetdoelstelling
Snel of snelle omzetdoelstelling
Wit of witte omzetdoelstelling
Klein of kleine omzetdoelstelling
Rood of rode omzetdoelstelling
Dik of dikke omzetdoelstelling
Oud of oude omzetdoelstelling
Goed of goede omzetdoelstelling
Wat rijmt er op omzetdoelstelling
Elk of elke: Elke omzetdoelstelling
Aanwijzend voornaamwoord: Die omzetdoelstelling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze omzetdoelstelling
Wat rijmt er op omzetdoelstelling
Oefening van de dag