De of het onbeschaafdheid?
De onbeschaafdheid
Is het de of het onbeschaafdheid
In de Nederlandse taal gebruiken wij de onbeschaafdheid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: rudeness
Deutsch: Grobheit | Bekijk of het der of die Grobheit is.
Français: grossièreté | Bekijk of het Le o La grossièreté is.
Jou of jouw: jouw onbeschaafdheid
Buigings-e:
Mooi of mooie onbeschaafdheid
Groot of grote onbeschaafdheid
Half of halve onbeschaafdheid
Grappig of grappige onbeschaafdheid
Leeg of lege onbeschaafdheid
leuk of leuke onbeschaafdheid
Vet of vette onbeschaafdheid
Snel of snelle onbeschaafdheid
Wit of witte onbeschaafdheid
Klein of kleine onbeschaafdheid
Rood of rode onbeschaafdheid
Dik of dikke onbeschaafdheid
Oud of oude onbeschaafdheid
Goed of goede onbeschaafdheid
Wat rijmt er op onbeschaafdheid
Elk of elke: Elke onbeschaafdheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die onbeschaafdheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze onbeschaafdheid
Wat rijmt er op onbeschaafdheid
Buigings-e:
Mooi of mooie onbeschaafdheid
Groot of grote onbeschaafdheid
Half of halve onbeschaafdheid
Grappig of grappige onbeschaafdheid
Leeg of lege onbeschaafdheid
leuk of leuke onbeschaafdheid
Vet of vette onbeschaafdheid
Snel of snelle onbeschaafdheid
Wit of witte onbeschaafdheid
Klein of kleine onbeschaafdheid
Rood of rode onbeschaafdheid
Dik of dikke onbeschaafdheid
Oud of oude onbeschaafdheid
Goed of goede onbeschaafdheid
Wat rijmt er op onbeschaafdheid
Elk of elke: Elke onbeschaafdheid
Aanwijzend voornaamwoord: Die onbeschaafdheid
Bezittelijk voornaamwoord: Onze onbeschaafdheid
Wat rijmt er op onbeschaafdheid
Oefening van de dag