De of het ontglippen?
Het ontglippen
Is het de of het ontglippen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontglippen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: slip
Deutsch: Rutsch | Bekijk of het der of die Rutsch is.
Français: glissement | Bekijk of het Le o La glissement is.
Jou of jouw: jouw ontglippen
Buigings-e:
Mooi of mooie ontglippen
Groot of grote ontglippen
Half of halve ontglippen
Grappig of grappige ontglippen
Leeg of lege ontglippen
leuk of leuke ontglippen
Vet of vette ontglippen
Snel of snelle ontglippen
Wit of witte ontglippen
Klein of kleine ontglippen
Rood of rode ontglippen
Dik of dikke ontglippen
Oud of oude ontglippen
Goed of goede ontglippen
Wat rijmt er op ontglippen
Elk of elke: Elk ontglippen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontglippen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontglippen
Wat rijmt er op ontglippen
Buigings-e:
Mooi of mooie ontglippen
Groot of grote ontglippen
Half of halve ontglippen
Grappig of grappige ontglippen
Leeg of lege ontglippen
leuk of leuke ontglippen
Vet of vette ontglippen
Snel of snelle ontglippen
Wit of witte ontglippen
Klein of kleine ontglippen
Rood of rode ontglippen
Dik of dikke ontglippen
Oud of oude ontglippen
Goed of goede ontglippen
Wat rijmt er op ontglippen
Elk of elke: Elk ontglippen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontglippen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontglippen
Wat rijmt er op ontglippen
Oefening van de dag