De of het ontmoeten?
Het ontmoeten
Is het de of het ontmoeten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontmoeten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: meet
Deutsch: treffen | Bekijk of het der of die treffen is.
Français: rencontrer | Bekijk of het Le o La rencontrer is.
Jou of jouw: jouw ontmoeten
Buigings-e:
Mooi of mooie ontmoeten
Groot of grote ontmoeten
Half of halve ontmoeten
Grappig of grappige ontmoeten
Leeg of lege ontmoeten
leuk of leuke ontmoeten
Vet of vette ontmoeten
Snel of snelle ontmoeten
Wit of witte ontmoeten
Klein of kleine ontmoeten
Rood of rode ontmoeten
Dik of dikke ontmoeten
Oud of oude ontmoeten
Goed of goede ontmoeten
Wat rijmt er op ontmoeten
Elk of elke: Elk ontmoeten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontmoeten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontmoeten
Wat rijmt er op ontmoeten
Buigings-e:
Mooi of mooie ontmoeten
Groot of grote ontmoeten
Half of halve ontmoeten
Grappig of grappige ontmoeten
Leeg of lege ontmoeten
leuk of leuke ontmoeten
Vet of vette ontmoeten
Snel of snelle ontmoeten
Wit of witte ontmoeten
Klein of kleine ontmoeten
Rood of rode ontmoeten
Dik of dikke ontmoeten
Oud of oude ontmoeten
Goed of goede ontmoeten
Wat rijmt er op ontmoeten
Elk of elke: Elk ontmoeten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontmoeten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontmoeten
Wat rijmt er op ontmoeten
Oefening van de dag