De of het ontrukken?
Het ontrukken
Is het de of het ontrukken
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontrukken.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: wrest from
Deutsch: entreißen | Bekijk of het der of die entreißen is.
Français: arracher | Bekijk of het Le o La arracher is.
Jou of jouw: jouw ontrukken
Buigings-e:
Mooi of mooie ontrukken
Groot of grote ontrukken
Half of halve ontrukken
Grappig of grappige ontrukken
Leeg of lege ontrukken
leuk of leuke ontrukken
Vet of vette ontrukken
Snel of snelle ontrukken
Wit of witte ontrukken
Klein of kleine ontrukken
Rood of rode ontrukken
Dik of dikke ontrukken
Oud of oude ontrukken
Goed of goede ontrukken
Wat rijmt er op ontrukken
Elk of elke: Elk ontrukken
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontrukken
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontrukken
Wat rijmt er op ontrukken
Buigings-e:
Mooi of mooie ontrukken
Groot of grote ontrukken
Half of halve ontrukken
Grappig of grappige ontrukken
Leeg of lege ontrukken
leuk of leuke ontrukken
Vet of vette ontrukken
Snel of snelle ontrukken
Wit of witte ontrukken
Klein of kleine ontrukken
Rood of rode ontrukken
Dik of dikke ontrukken
Oud of oude ontrukken
Goed of goede ontrukken
Wat rijmt er op ontrukken
Elk of elke: Elk ontrukken
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontrukken
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontrukken
Wat rijmt er op ontrukken
Oefening van de dag