De of het ontskagbrief?
De ontskagbrief
Is het de of het ontskagbrief
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ontskagbrief.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ontskagbrief
Deutsch: ontskagbrief | Bekijk of het der of die ontskagbrief is.
Français: ontskagbrief | Bekijk of het Le o La ontskagbrief is.
Jou of jouw: jouw ontskagbrief
Buigings-e:
Mooi of mooie ontskagbrief
Groot of grote ontskagbrief
Half of halve ontskagbrief
Grappig of grappige ontskagbrief
Leeg of lege ontskagbrief
leuk of leuke ontskagbrief
Vet of vette ontskagbrief
Snel of snelle ontskagbrief
Wit of witte ontskagbrief
Klein of kleine ontskagbrief
Rood of rode ontskagbrief
Dik of dikke ontskagbrief
Oud of oude ontskagbrief
Goed of goede ontskagbrief
Wat rijmt er op ontskagbrief
Elk of elke: Elke ontskagbrief
Aanwijzend voornaamwoord: Die ontskagbrief
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ontskagbrief
Wat rijmt er op ontskagbrief
Buigings-e:
Mooi of mooie ontskagbrief
Groot of grote ontskagbrief
Half of halve ontskagbrief
Grappig of grappige ontskagbrief
Leeg of lege ontskagbrief
leuk of leuke ontskagbrief
Vet of vette ontskagbrief
Snel of snelle ontskagbrief
Wit of witte ontskagbrief
Klein of kleine ontskagbrief
Rood of rode ontskagbrief
Dik of dikke ontskagbrief
Oud of oude ontskagbrief
Goed of goede ontskagbrief
Wat rijmt er op ontskagbrief
Elk of elke: Elke ontskagbrief
Aanwijzend voornaamwoord: Die ontskagbrief
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ontskagbrief
Wat rijmt er op ontskagbrief
Oefening van de dag