De of het ontstekingsmiddel?
Het ontstekingsmiddel
Is het de of het ontstekingsmiddel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontstekingsmiddel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: inflammatory agent
Deutsch: hemmendes Mittel | Bekijk of het der of die hemmendes Mittel is.
Français: inflammatoire | Bekijk of het Le o La inflammatoire is.
Jou of jouw: jouw ontstekingsmiddel
Buigings-e:
Mooi of mooie ontstekingsmiddel
Groot of grote ontstekingsmiddel
Half of halve ontstekingsmiddel
Grappig of grappige ontstekingsmiddel
Leeg of lege ontstekingsmiddel
leuk of leuke ontstekingsmiddel
Vet of vette ontstekingsmiddel
Snel of snelle ontstekingsmiddel
Wit of witte ontstekingsmiddel
Klein of kleine ontstekingsmiddel
Rood of rode ontstekingsmiddel
Dik of dikke ontstekingsmiddel
Oud of oude ontstekingsmiddel
Goed of goede ontstekingsmiddel
Wat rijmt er op ontstekingsmiddel
Elk of elke: Elk ontstekingsmiddel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontstekingsmiddel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontstekingsmiddel
Wat rijmt er op ontstekingsmiddel
Buigings-e:
Mooi of mooie ontstekingsmiddel
Groot of grote ontstekingsmiddel
Half of halve ontstekingsmiddel
Grappig of grappige ontstekingsmiddel
Leeg of lege ontstekingsmiddel
leuk of leuke ontstekingsmiddel
Vet of vette ontstekingsmiddel
Snel of snelle ontstekingsmiddel
Wit of witte ontstekingsmiddel
Klein of kleine ontstekingsmiddel
Rood of rode ontstekingsmiddel
Dik of dikke ontstekingsmiddel
Oud of oude ontstekingsmiddel
Goed of goede ontstekingsmiddel
Wat rijmt er op ontstekingsmiddel
Elk of elke: Elk ontstekingsmiddel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontstekingsmiddel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontstekingsmiddel
Wat rijmt er op ontstekingsmiddel
Oefening van de dag