De of het onuitsprekelijk?
Het onuitsprekelijk
Is het de of het onuitsprekelijk
In de Nederlandse taal gebruiken wij het onuitsprekelijk.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ineffable
Deutsch: unaussprechlich | Bekijk of het der of die unaussprechlich is.
Français: indiciblement | Bekijk of het Le o La indiciblement is.
Jou of jouw: jouw onuitsprekelijk
Buigings-e:
Mooi of mooie onuitsprekelijk
Groot of grote onuitsprekelijk
Half of halve onuitsprekelijk
Grappig of grappige onuitsprekelijk
Leeg of lege onuitsprekelijk
leuk of leuke onuitsprekelijk
Vet of vette onuitsprekelijk
Snel of snelle onuitsprekelijk
Wit of witte onuitsprekelijk
Klein of kleine onuitsprekelijk
Rood of rode onuitsprekelijk
Dik of dikke onuitsprekelijk
Oud of oude onuitsprekelijk
Goed of goede onuitsprekelijk
Wat rijmt er op onuitsprekelijk
Elk of elke: Elk onuitsprekelijk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat onuitsprekelijk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons onuitsprekelijk
Wat rijmt er op onuitsprekelijk
Buigings-e:
Mooi of mooie onuitsprekelijk
Groot of grote onuitsprekelijk
Half of halve onuitsprekelijk
Grappig of grappige onuitsprekelijk
Leeg of lege onuitsprekelijk
leuk of leuke onuitsprekelijk
Vet of vette onuitsprekelijk
Snel of snelle onuitsprekelijk
Wit of witte onuitsprekelijk
Klein of kleine onuitsprekelijk
Rood of rode onuitsprekelijk
Dik of dikke onuitsprekelijk
Oud of oude onuitsprekelijk
Goed of goede onuitsprekelijk
Wat rijmt er op onuitsprekelijk
Elk of elke: Elk onuitsprekelijk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat onuitsprekelijk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons onuitsprekelijk
Wat rijmt er op onuitsprekelijk
Oefening van de dag