De of het rechtsgeding?
De rechtsgeding
Is het de of het rechtsgeding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de rechtsgeding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: lawsuit
Deutsch: Klage | Bekijk of het der of die Klage is.
Français: procès | Bekijk of het Le o La procès is.
Jou of jouw: jouw rechtsgeding
Buigings-e:
Mooi of mooie rechtsgeding
Groot of grote rechtsgeding
Half of halve rechtsgeding
Grappig of grappige rechtsgeding
Leeg of lege rechtsgeding
leuk of leuke rechtsgeding
Vet of vette rechtsgeding
Snel of snelle rechtsgeding
Wit of witte rechtsgeding
Klein of kleine rechtsgeding
Rood of rode rechtsgeding
Dik of dikke rechtsgeding
Oud of oude rechtsgeding
Goed of goede rechtsgeding
Wat rijmt er op rechtsgeding
Elk of elke: Elke rechtsgeding
Aanwijzend voornaamwoord: Die rechtsgeding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rechtsgeding
Wat rijmt er op rechtsgeding
Buigings-e:
Mooi of mooie rechtsgeding
Groot of grote rechtsgeding
Half of halve rechtsgeding
Grappig of grappige rechtsgeding
Leeg of lege rechtsgeding
leuk of leuke rechtsgeding
Vet of vette rechtsgeding
Snel of snelle rechtsgeding
Wit of witte rechtsgeding
Klein of kleine rechtsgeding
Rood of rode rechtsgeding
Dik of dikke rechtsgeding
Oud of oude rechtsgeding
Goed of goede rechtsgeding
Wat rijmt er op rechtsgeding
Elk of elke: Elke rechtsgeding
Aanwijzend voornaamwoord: Die rechtsgeding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze rechtsgeding
Wat rijmt er op rechtsgeding
Oefening van de dag