De of het reisgenot?
Het reisgenot
Is het de of het reisgenot
In de Nederlandse taal gebruiken wij het reisgenot.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: travel enjoyment
Deutsch: Vergnügungsreise | Bekijk of het der of die Vergnügungsreise is.
Français: voyage d'agrément | Bekijk of het Le o La voyage d'agrément is.
Jou of jouw: jouw reisgenot
Buigings-e:
Mooi of mooie reisgenot
Groot of grote reisgenot
Half of halve reisgenot
Grappig of grappige reisgenot
Leeg of lege reisgenot
leuk of leuke reisgenot
Vet of vette reisgenot
Snel of snelle reisgenot
Wit of witte reisgenot
Klein of kleine reisgenot
Rood of rode reisgenot
Dik of dikke reisgenot
Oud of oude reisgenot
Goed of goede reisgenot
Wat rijmt er op reisgenot
Elk of elke: Elk reisgenot
Aanwijzend voornaamwoord: Dat reisgenot
Bezittelijk voornaamwoord: Ons reisgenot
Wat rijmt er op reisgenot
Buigings-e:
Mooi of mooie reisgenot
Groot of grote reisgenot
Half of halve reisgenot
Grappig of grappige reisgenot
Leeg of lege reisgenot
leuk of leuke reisgenot
Vet of vette reisgenot
Snel of snelle reisgenot
Wit of witte reisgenot
Klein of kleine reisgenot
Rood of rode reisgenot
Dik of dikke reisgenot
Oud of oude reisgenot
Goed of goede reisgenot
Wat rijmt er op reisgenot
Elk of elke: Elk reisgenot
Aanwijzend voornaamwoord: Dat reisgenot
Bezittelijk voornaamwoord: Ons reisgenot
Wat rijmt er op reisgenot
Oefening van de dag