De of het schema?
Het schema
Is het de of het schema
In de Nederlandse taal gebruiken wij het schema.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Bekijk hier de betekenis van schema
Meervoud: schemas
Deutsch: Schema | Bekijk of het der of die Schema is.
Français: programme | Bekijk of het Le o La programme is.
Jou of jouw: jouw schema
Buigings-e:
Mooi of mooie schema
Groot of grote schema
Half of halve schema
Grappig of grappige schema
Leeg of lege schema
leuk of leuke schema
Vet of vette schema
Snel of snelle schema
Wit of witte schema
Klein of kleine schema
Rood of rode schema
Dik of dikke schema
Oud of oude schema
Goed of goede schema
Wat rijmt er op schema
Elk of elke: Elk schema
Aanwijzend voornaamwoord: Dat schema
Bezittelijk voornaamwoord: Ons schema
Wat rijmt er op schema
processchema - interpolatieschema - rijschema -
Buigings-e:
Mooi of mooie schema
Groot of grote schema
Half of halve schema
Grappig of grappige schema
Leeg of lege schema
leuk of leuke schema
Vet of vette schema
Snel of snelle schema
Wit of witte schema
Klein of kleine schema
Rood of rode schema
Dik of dikke schema
Oud of oude schema
Goed of goede schema
Wat rijmt er op schema
Elk of elke: Elk schema
Aanwijzend voornaamwoord: Dat schema
Bezittelijk voornaamwoord: Ons schema
Wat rijmt er op schema
processchema - interpolatieschema - rijschema -
Oefening van de dag