De of het schriftgeleerde?
De schriftgeleerde
Is het de of het schriftgeleerde
In de Nederlandse taal gebruiken wij de schriftgeleerde.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Scribe
Deutsch: Schreiber | Bekijk of het der of die Schreiber is.
Français: Scribe | Bekijk of het Le o La Scribe is.
Jou of jouw: jouw schriftgeleerde
Buigings-e:
Mooi of mooie schriftgeleerde
Groot of grote schriftgeleerde
Half of halve schriftgeleerde
Grappig of grappige schriftgeleerde
Leeg of lege schriftgeleerde
leuk of leuke schriftgeleerde
Vet of vette schriftgeleerde
Snel of snelle schriftgeleerde
Wit of witte schriftgeleerde
Klein of kleine schriftgeleerde
Rood of rode schriftgeleerde
Dik of dikke schriftgeleerde
Oud of oude schriftgeleerde
Goed of goede schriftgeleerde
Wat rijmt er op schriftgeleerde
Elk of elke: Elke schriftgeleerde
Aanwijzend voornaamwoord: Die schriftgeleerde
Bezittelijk voornaamwoord: Onze schriftgeleerde
Wat rijmt er op schriftgeleerde
Buigings-e:
Mooi of mooie schriftgeleerde
Groot of grote schriftgeleerde
Half of halve schriftgeleerde
Grappig of grappige schriftgeleerde
Leeg of lege schriftgeleerde
leuk of leuke schriftgeleerde
Vet of vette schriftgeleerde
Snel of snelle schriftgeleerde
Wit of witte schriftgeleerde
Klein of kleine schriftgeleerde
Rood of rode schriftgeleerde
Dik of dikke schriftgeleerde
Oud of oude schriftgeleerde
Goed of goede schriftgeleerde
Wat rijmt er op schriftgeleerde
Elk of elke: Elke schriftgeleerde
Aanwijzend voornaamwoord: Die schriftgeleerde
Bezittelijk voornaamwoord: Onze schriftgeleerde
Wat rijmt er op schriftgeleerde
Oefening van de dag