De of het schrijopdracht?
De schrijopdracht
Is het de of het schrijopdracht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de schrijopdracht.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: writing assignment
Jou of jouw: jouw schrijopdracht
Buigings-e:
Mooi of mooie schrijopdracht
Groot of grote schrijopdracht
Half of halve schrijopdracht
Grappig of grappige schrijopdracht
Leeg of lege schrijopdracht
leuk of leuke schrijopdracht
Vet of vette schrijopdracht
Snel of snelle schrijopdracht
Wit of witte schrijopdracht
Klein of kleine schrijopdracht
Rood of rode schrijopdracht
Dik of dikke schrijopdracht
Oud of oude schrijopdracht
Goed of goede schrijopdracht
Wat rijmt er op schrijopdracht
Elk of elke: Elke schrijopdracht
Aanwijzend voornaamwoord: Die schrijopdracht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze schrijopdracht
Wat rijmt er op schrijopdracht
Buigings-e:
Mooi of mooie schrijopdracht
Groot of grote schrijopdracht
Half of halve schrijopdracht
Grappig of grappige schrijopdracht
Leeg of lege schrijopdracht
leuk of leuke schrijopdracht
Vet of vette schrijopdracht
Snel of snelle schrijopdracht
Wit of witte schrijopdracht
Klein of kleine schrijopdracht
Rood of rode schrijopdracht
Dik of dikke schrijopdracht
Oud of oude schrijopdracht
Goed of goede schrijopdracht
Wat rijmt er op schrijopdracht
Elk of elke: Elke schrijopdracht
Aanwijzend voornaamwoord: Die schrijopdracht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze schrijopdracht
Wat rijmt er op schrijopdracht
Oefening van de dag