De of het speelgenoot?
De speelgenoot
Is het de of het speelgenoot
In de Nederlandse taal gebruiken wij de speelgenoot.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: playmate
Deutsch: Spielgefährte | Bekijk of het der of die Spielgefährte is.
Français: camarade de jeu | Bekijk of het Le o La camarade de jeu is.
Jou of jouw: jouw speelgenoot
Buigings-e:
Mooi of mooie speelgenoot
Groot of grote speelgenoot
Half of halve speelgenoot
Grappig of grappige speelgenoot
Leeg of lege speelgenoot
leuk of leuke speelgenoot
Vet of vette speelgenoot
Snel of snelle speelgenoot
Wit of witte speelgenoot
Klein of kleine speelgenoot
Rood of rode speelgenoot
Dik of dikke speelgenoot
Oud of oude speelgenoot
Goed of goede speelgenoot
Wat rijmt er op speelgenoot
Elk of elke: Elke speelgenoot
Aanwijzend voornaamwoord: Die speelgenoot
Bezittelijk voornaamwoord: Onze speelgenoot
Wat rijmt er op speelgenoot
Buigings-e:
Mooi of mooie speelgenoot
Groot of grote speelgenoot
Half of halve speelgenoot
Grappig of grappige speelgenoot
Leeg of lege speelgenoot
leuk of leuke speelgenoot
Vet of vette speelgenoot
Snel of snelle speelgenoot
Wit of witte speelgenoot
Klein of kleine speelgenoot
Rood of rode speelgenoot
Dik of dikke speelgenoot
Oud of oude speelgenoot
Goed of goede speelgenoot
Wat rijmt er op speelgenoot
Elk of elke: Elke speelgenoot
Aanwijzend voornaamwoord: Die speelgenoot
Bezittelijk voornaamwoord: Onze speelgenoot
Wat rijmt er op speelgenoot
Oefening van de dag