De of het sportkledingfabrikant?
De sportkledingfabrikant
Is het de of het sportkledingfabrikant
In de Nederlandse taal gebruiken wij de sportkledingfabrikant.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sportswear manufacturer
Deutsch: Sportartikelhersteller | Bekijk of het der of die Sportartikelhersteller is.
Français: fabricant de vĂȘtements de sport | Bekijk of het Le o La fabricant de vĂȘtements de sport is.
Jou of jouw: jouw sportkledingfabrikant
Buigings-e:
Mooi of mooie sportkledingfabrikant
Groot of grote sportkledingfabrikant
Half of halve sportkledingfabrikant
Grappig of grappige sportkledingfabrikant
Leeg of lege sportkledingfabrikant
leuk of leuke sportkledingfabrikant
Vet of vette sportkledingfabrikant
Snel of snelle sportkledingfabrikant
Wit of witte sportkledingfabrikant
Klein of kleine sportkledingfabrikant
Rood of rode sportkledingfabrikant
Dik of dikke sportkledingfabrikant
Oud of oude sportkledingfabrikant
Goed of goede sportkledingfabrikant
Wat rijmt er op sportkledingfabrikant
Elk of elke: Elke sportkledingfabrikant
Aanwijzend voornaamwoord: Die sportkledingfabrikant
Bezittelijk voornaamwoord: Onze sportkledingfabrikant
Wat rijmt er op sportkledingfabrikant
Buigings-e:
Mooi of mooie sportkledingfabrikant
Groot of grote sportkledingfabrikant
Half of halve sportkledingfabrikant
Grappig of grappige sportkledingfabrikant
Leeg of lege sportkledingfabrikant
leuk of leuke sportkledingfabrikant
Vet of vette sportkledingfabrikant
Snel of snelle sportkledingfabrikant
Wit of witte sportkledingfabrikant
Klein of kleine sportkledingfabrikant
Rood of rode sportkledingfabrikant
Dik of dikke sportkledingfabrikant
Oud of oude sportkledingfabrikant
Goed of goede sportkledingfabrikant
Wat rijmt er op sportkledingfabrikant
Elk of elke: Elke sportkledingfabrikant
Aanwijzend voornaamwoord: Die sportkledingfabrikant
Bezittelijk voornaamwoord: Onze sportkledingfabrikant
Wat rijmt er op sportkledingfabrikant
Oefening van de dag