De of het teameeting?
De teameeting
Is het de of het teameeting
In de Nederlandse taal gebruiken wij de teameeting.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: TEAMeeting
Jou of jouw: jouw teameeting
Buigings-e:
Mooi of mooie teameeting
Groot of grote teameeting
Half of halve teameeting
Grappig of grappige teameeting
Leeg of lege teameeting
leuk of leuke teameeting
Vet of vette teameeting
Snel of snelle teameeting
Wit of witte teameeting
Klein of kleine teameeting
Rood of rode teameeting
Dik of dikke teameeting
Oud of oude teameeting
Goed of goede teameeting
Wat rijmt er op teameeting
Elk of elke: Elke teameeting
Aanwijzend voornaamwoord: Die teameeting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze teameeting
Wat rijmt er op teameeting
Buigings-e:
Mooi of mooie teameeting
Groot of grote teameeting
Half of halve teameeting
Grappig of grappige teameeting
Leeg of lege teameeting
leuk of leuke teameeting
Vet of vette teameeting
Snel of snelle teameeting
Wit of witte teameeting
Klein of kleine teameeting
Rood of rode teameeting
Dik of dikke teameeting
Oud of oude teameeting
Goed of goede teameeting
Wat rijmt er op teameeting
Elk of elke: Elke teameeting
Aanwijzend voornaamwoord: Die teameeting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze teameeting
Wat rijmt er op teameeting
Oefening van de dag