De of het telefoonhuis?
Het telefoonhuis
Is het de of het telefoonhuis
In de Nederlandse taal gebruiken wij het telefoonhuis.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: phone home
Deutsch: Telefon zu Hause | Bekijk of het der of die Telefon zu Hause is.
Français: de téléphone à domicile | Bekijk of het Le o La de téléphone à domicile is.
Jou of jouw: jouw telefoonhuis
Buigings-e:
Mooi of mooie telefoonhuis
Groot of grote telefoonhuis
Half of halve telefoonhuis
Grappig of grappige telefoonhuis
Leeg of lege telefoonhuis
leuk of leuke telefoonhuis
Vet of vette telefoonhuis
Snel of snelle telefoonhuis
Wit of witte telefoonhuis
Klein of kleine telefoonhuis
Rood of rode telefoonhuis
Dik of dikke telefoonhuis
Oud of oude telefoonhuis
Goed of goede telefoonhuis
Wat rijmt er op telefoonhuis
Elk of elke: Elk telefoonhuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat telefoonhuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons telefoonhuis
Wat rijmt er op telefoonhuis
Buigings-e:
Mooi of mooie telefoonhuis
Groot of grote telefoonhuis
Half of halve telefoonhuis
Grappig of grappige telefoonhuis
Leeg of lege telefoonhuis
leuk of leuke telefoonhuis
Vet of vette telefoonhuis
Snel of snelle telefoonhuis
Wit of witte telefoonhuis
Klein of kleine telefoonhuis
Rood of rode telefoonhuis
Dik of dikke telefoonhuis
Oud of oude telefoonhuis
Goed of goede telefoonhuis
Wat rijmt er op telefoonhuis
Elk of elke: Elk telefoonhuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat telefoonhuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons telefoonhuis
Wat rijmt er op telefoonhuis
Oefening van de dag