Het vakantiejaar

Thanks!
Fout!

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: holiday year
Deutsch: Urlaubsjahr | Bekijk of het der of die Urlaubsjahr is.
Français: année de vacances | Bekijk of het Le o La année de vacances is.
Jou of jouw: jouw vakantiejaar


Buigings-e:
Mooi of mooie vakantiejaar
Groot of grote vakantiejaar
Half of halve vakantiejaar
Grappig of grappige vakantiejaar
Leeg of lege vakantiejaar
leuk of leuke vakantiejaar
Vet of vette vakantiejaar
Snel of snelle vakantiejaar
Wit of witte vakantiejaar
Klein of kleine vakantiejaar
Rood of rode vakantiejaar
Dik of dikke vakantiejaar
Oud of oude vakantiejaar
Goed of goede vakantiejaar
Wat rijmt er op vakantiejaar


Elk of elke: Elk vakantiejaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat vakantiejaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons vakantiejaar
Wat rijmt er op vakantiejaar