De of het volkshuishouding?
De volkshuishouding
Is het de of het volkshuishouding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de volkshuishouding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: economy
Deutsch: Wirtschaft | Bekijk of het der of die Wirtschaft is.
Français: économie | Bekijk of het Le o La économie is.
Jou of jouw: jouw volkshuishouding
Buigings-e:
Mooi of mooie volkshuishouding
Groot of grote volkshuishouding
Half of halve volkshuishouding
Grappig of grappige volkshuishouding
Leeg of lege volkshuishouding
leuk of leuke volkshuishouding
Vet of vette volkshuishouding
Snel of snelle volkshuishouding
Wit of witte volkshuishouding
Klein of kleine volkshuishouding
Rood of rode volkshuishouding
Dik of dikke volkshuishouding
Oud of oude volkshuishouding
Goed of goede volkshuishouding
Wat rijmt er op volkshuishouding
Elk of elke: Elke volkshuishouding
Aanwijzend voornaamwoord: Die volkshuishouding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze volkshuishouding
Wat rijmt er op volkshuishouding
Buigings-e:
Mooi of mooie volkshuishouding
Groot of grote volkshuishouding
Half of halve volkshuishouding
Grappig of grappige volkshuishouding
Leeg of lege volkshuishouding
leuk of leuke volkshuishouding
Vet of vette volkshuishouding
Snel of snelle volkshuishouding
Wit of witte volkshuishouding
Klein of kleine volkshuishouding
Rood of rode volkshuishouding
Dik of dikke volkshuishouding
Oud of oude volkshuishouding
Goed of goede volkshuishouding
Wat rijmt er op volkshuishouding
Elk of elke: Elke volkshuishouding
Aanwijzend voornaamwoord: Die volkshuishouding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze volkshuishouding
Wat rijmt er op volkshuishouding
Oefening van de dag