De of het vrijedag?
De vrijedag
Is het de of het vrijedag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de vrijedag.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: free day
Deutsch: freien tag | Bekijk of het der of die freien tag is.
Français: jour de congé | Bekijk of het Le o La jour de congé is.
Jou of jouw: jouw vrijedag
Buigings-e:
Mooi of mooie vrijedag
Groot of grote vrijedag
Half of halve vrijedag
Grappig of grappige vrijedag
Leeg of lege vrijedag
leuk of leuke vrijedag
Vet of vette vrijedag
Snel of snelle vrijedag
Wit of witte vrijedag
Klein of kleine vrijedag
Rood of rode vrijedag
Dik of dikke vrijedag
Oud of oude vrijedag
Goed of goede vrijedag
Wat rijmt er op vrijedag
Elk of elke: Elke vrijedag
Aanwijzend voornaamwoord: Die vrijedag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vrijedag
Wat rijmt er op vrijedag
roostervrijedag -
Buigings-e:
Mooi of mooie vrijedag
Groot of grote vrijedag
Half of halve vrijedag
Grappig of grappige vrijedag
Leeg of lege vrijedag
leuk of leuke vrijedag
Vet of vette vrijedag
Snel of snelle vrijedag
Wit of witte vrijedag
Klein of kleine vrijedag
Rood of rode vrijedag
Dik of dikke vrijedag
Oud of oude vrijedag
Goed of goede vrijedag
Wat rijmt er op vrijedag
Elk of elke: Elke vrijedag
Aanwijzend voornaamwoord: Die vrijedag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vrijedag
Wat rijmt er op vrijedag
roostervrijedag -
Oefening van de dag