De of het werkplaatsfactuur?
De werkplaatsfactuur
Is het de of het werkplaatsfactuur
In de Nederlandse taal gebruiken wij de werkplaatsfactuur.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Workshop invoice
Jou of jouw: jouw werkplaatsfactuur
Buigings-e:
Mooi of mooie werkplaatsfactuur
Groot of grote werkplaatsfactuur
Half of halve werkplaatsfactuur
Grappig of grappige werkplaatsfactuur
Leeg of lege werkplaatsfactuur
leuk of leuke werkplaatsfactuur
Vet of vette werkplaatsfactuur
Snel of snelle werkplaatsfactuur
Wit of witte werkplaatsfactuur
Klein of kleine werkplaatsfactuur
Rood of rode werkplaatsfactuur
Dik of dikke werkplaatsfactuur
Oud of oude werkplaatsfactuur
Goed of goede werkplaatsfactuur
Wat rijmt er op werkplaatsfactuur
Elk of elke: Elke werkplaatsfactuur
Aanwijzend voornaamwoord: Die werkplaatsfactuur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze werkplaatsfactuur
Wat rijmt er op werkplaatsfactuur
Buigings-e:
Mooi of mooie werkplaatsfactuur
Groot of grote werkplaatsfactuur
Half of halve werkplaatsfactuur
Grappig of grappige werkplaatsfactuur
Leeg of lege werkplaatsfactuur
leuk of leuke werkplaatsfactuur
Vet of vette werkplaatsfactuur
Snel of snelle werkplaatsfactuur
Wit of witte werkplaatsfactuur
Klein of kleine werkplaatsfactuur
Rood of rode werkplaatsfactuur
Dik of dikke werkplaatsfactuur
Oud of oude werkplaatsfactuur
Goed of goede werkplaatsfactuur
Wat rijmt er op werkplaatsfactuur
Elk of elke: Elke werkplaatsfactuur
Aanwijzend voornaamwoord: Die werkplaatsfactuur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze werkplaatsfactuur
Wat rijmt er op werkplaatsfactuur
Oefening van de dag