De indieningstermijn
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: deadline
Jou of jouw: jouw indieningstermijn
Buigings-e:
Mooi of mooie indieningstermijn
Groot of grote indieningstermijn
Half of halve indieningstermijn
Grappig of grappige indieningstermijn
Leeg of lege indieningstermijn
leuk of leuke indieningstermijn
Vet of vette indieningstermijn
Snel of snelle indieningstermijn
Wit of witte indieningstermijn
Klein of kleine indieningstermijn
Rood of rode indieningstermijn
Dik of dikke indieningstermijn
Oud of oude indieningstermijn
Goed of goede indieningstermijn
Wat rijmt er op indieningstermijn
Elk of elke: Elke indieningstermijn
Aanwijzend voornaamwoord: Die indieningstermijn
Bezittelijk voornaamwoord: Onze indieningstermijn
Wat rijmt er op indieningstermijn
Oefening van de dag
